Van te voren experimenteren, anticiperen of koffiedik kijken. Dat is wat je vaak doet voordat je ergens aan begint – om te zien wat de risico’s zijn en of het wel de moeite waard is om te doen. Hoewel het logisch klinkt, zit er een gevaar in analyse voor je begint…
Je kent het ongetwijfeld: je hebt een goed idee en hoe langer je er over nadenkt, hoe enthousiaster je wordt. Tot er op een gegeven moment een stemmetje (in je hoofd of iemand van buitenaf) tegen je zegt: “ Maar wat nou als…” – en voor je het weet vliegen de doem scenario’s door je hoofd; bang om fouten te maken en pijn te lijden.
Niemand wil pijnlijke ervaringen. We doen ons uiterste best om pijn zo veel mogelijk te vermijden. Helaas betekent dat ook, dat we vaak bepaalde kansen zien als dreigingen.
Gek is het niet – vanaf het moment dat je naar school gaat tot en met het moment dat je met pensioen gaat wordt je beoordeeld op hoe goed of hoe fout je iets doet. Op school krijg je beoordelingen voor je toetsen en proefwerken, die nog eens benadrukt worden door een rode pen.
En ook op je werk krijg je minimaal één keer per jaar te maken met een beoordeling over je functioneren. Hoe goed je ook bezig bent, dat ene stukje feedback over dat wat je niet goed doet (vaak verpakt als een verbeterpunt), dat blijft bij je hangen. We zijn geconditioneerd op het voorkomen en het vermijden van fouten, en als ze dan toch gemaakt worden, dan gaan alle toeters en bellen af.
Hoewel dit als student of medewerker nog goed te verkopen valt, nemen velen van ons de overtuiging dat fouten maken erg is mee naar ons persoonlijke leven. En dat zorgt in veel gevallen voor een belemmering en het missen van kansen.
Heb je jezelf er wel eens op betrapt dat je iets niet deed, omdat je bang was om een fout te maken en voor paal te staan of meer te verliezen dan je lief was – en dat je achteraf toch spijt had van je beslissing?
Het lijkt tegenstrijdig wat ik ga zeggen, but hear me out for a second: Maak zo veel mogelijk fouten.
Des te meer fouten je maakt, des te sneller je leert en je verder komt, dan wanneer je anticipeert op de risico’s van de fouten en inactief blijft.
Als kind leren we lopen door te vallen, en te vallen… en nog meer te vallen. Maar de motivatie om te lopen is uiteindelijk groter dan het gevoel dat je faalt als je weer eens op je gat valt. Sterker nog, onze ouders moedigden ons aan om door te blijven gaan.
Ondanks dat we in ons volwassen leven vaak die support moeten missen, werkt het eveneens in ons voordeel om door te blijven gaan in plaats van op rationele wijze analyses te gaan zitten maken van wat er zou kunnen gebeuren als het mogelijk niet zo zou gaan als dat we hopen. In het Engels noemen ze dit paralysis by analysis: de mogelijke scenario’s compleet kapot analyseren voordat je ook maar één stap hebt gezet.
Maak Zoveel Mogelijk Fouten
Stel dat er een X-aantal fouten nodig is om tot het omslagpunt te komen waarin je succesvol wordt in dat wat je wilt doet. Dan maak je toch het liefste zo snel mogelijk die hoeveelheid fouten om tot het omslagpunt van succes te komen?
Het klinkt simpel, en eigenlijk is dat het ook. Toch is het onze mind die je er vaak van behoedt om deze stap te nemen. Gek is het niet; je hebt decennialang de ervaring dat fouten maken niet goed is en dat je er zelfs op beoordeeld wordt.
Maar laat me je deze vraag stellen voordat ik afsluit: wat is belangrijker voor je: het voorkomen van potentiele fouten en daarmee het missen van kansen die je verder kunnen helpen in het leven van een gelukkiger leven, of de sprong in het diepe wagen en jezelf te kansen gunnen om te ontdekken wat je nog meer in je mars hebt en de grootse persoon te worden die er in je schuilt?
We hebben maar één leven, en dat leven leiden we nu. Wat je met je tijd doet is volledig aan jou. Ik zie het leven als één grote ontdekkingsreis, een speelveld zonder grenzen waarin ik vrijelijk mag ronddartelen en zoveel mag genieten als ik mezelf kan toestaan.
Hoeveel wilt jij genieten?
Hoeveel fouten sta jij jezelf toe om te maken?
Op jouw succes,
Robert
Mooi gezegd Mario. Doorgaans leren we van onze fouten, wanneer deze een sterke emotionele impact hebben; denk bijvoorbeeld aan je vingers branden wanneer je je hand als klein kind net iets te lang boven een kaard hield.
Toch blijft ik mezelf er ook vaak op betrappen dat ik niet graag fouten maak. Met een perfectionistische inslag roept Ego maar al te vaak dat fouten maken pijnlijke consequenties heeft, ondanks dat het doorgaans eerder een prachtige leerervaring oplevert dan een pijnlijke belevenis.
Oefening baart kunst, en vandaar ook: maar zoveel mogelijk fouten, zo snel mogelijk.
Wanneer je geen fouten mag maken, kan niets nieuws ontstaan.
Ik zeg tegen mijn leerlingen altijd, dat fouten maken mag, zolang ze er maar iets van leren. Wat mijzelf betreft: ik maak er zoveel als nodig is 😉