Op 13 November 2010 overleed mijn vader. Hoewel ik tijdens zijn uitvaart een persoonlijke boodschap aan hem heb voorgedragen, heb ik nog geen twee weken later het volgende over, en voor hem geschreven.
Deze woorden draag ik voor aan mijn vader, die een spiegel voor mij was, en me hielp de man te worden die ik vandaag ben.
Mijn vader was een vriend van me. Dat is niet altijd zo geweest, maar dat is in de laatste jaren van zijn leven wel zo geworden. En daar ben ik blij om. Juist door onze vriendschap hebben de strijdbijl kunnen begraven. De strijdbijl die in de eerste 19 jaar van mijn leven juist het vuur aanwakkerde tussen ons. Nu heeft datzelfde vuur een geheel andere betekenis. Een van vriendschap. Van liefde. Van respect.
Herman van Veen heeft ooit eens een nummer geschreven waarin hij de gelijkenis trekt met zijn vader. Dat doe ik ook. Ik ben een kind van mijn vader, en ik lijk in meer dan alleen de oppervlakkige en zichtbare eigenschappen – zoals de welbekende ‘van der Wolk-oren’ – op hem.
Je was een stille man, pa. Gesloten. Een man van weinig woorden. Als er iets gezegd moest worden, dan deed je dat op de simpelste manier mogelijk, en alle tierelantijntjes waren overbodig. Ruimte voor emotionele toestanden waren er – zeker in het begin – weinig, misschien wel omdat je er zelf moeite mee had om je kwetsbaar op te stellen. Zoals ik dat nu zie, denk ik dat dit een overlevingsstrategie was, die je vanuit je eigen kindertijd hebt meegenomen naar jouw heden. Hoewel het niet nodig was, deed je het toch. En nu, na jarenlange struggles, snap ik waarom je dat deed. Het was jouw manier om je wereld te laten voortbestaan. Een diepgegronde reden.
Ik ook heb zo mijn overlevingsstrategieën. Ik ben de eeuwige optimist. De doorzetter die zich niet uit het veld laat slaan en die, koppig als hij is, wegen in zijn leven kiest die soms wel erg moeilijk begaanbaar zijn.
Jouw DNA zit verstrengeld in mij, en in dat van Alex. Daarmee ben je onlosmakelijk verbonden met ons, en als ik voor mezelf spreek, dan zie ik de gelijkenissen zich meer en meer opstapelen, naarmate ik mijn gedachten over jouw dieper en dieper laat gaan.
Rond dezelfde tijd werd er Diabetes geconstateerd. Type 2 bij jou, type 1 bij mij. Dat schiep een band. Ik weet niet of je het ooit geweten hebt, maar ik ken tijden waarop ik jaloers was, omdat jij er in mijn beleving honderd keer makkelijker mee omging, dan dat ik dat deed. Bij jouw ging het altijd goed en waren uitschieters in je bloedsuikers net zo zeldzaam als een waarneming van de zwarte zwaluw. Ik daarentegen belandde vrijwel elke twee tot drie maanden in het ziekenhuis. Ik heb me altijd afgevraagd hoe jij met deze ziekte omging. Als ik er over nadenk, dan beeld ik me in dat jij net als ik op een gegeven moment de weerstand ertegen opgaf en besloot maar te roeien met de riemen die je had.
Er schuilt een stukje goddelijkheid in je. Want wie had ooit gedacht dat jij, na 45 jaar vrijgezellenleven ooit nog eens twee prachten van kinderen op de wereld zou zetten met mam. Ik denk jij niet. En als het wonder van geboorte geen goddelijk mirakel is, dan weet ik het ook niet.
Die geslotenheid waar ik het net over had zit in ons beiden. We luisteren. Observeren. Slaan gade. Als een observator van een groter geheel. Een spektakel dat zich voor onze neus voltrekt, of een toneelstuk dat speciaal voor ons wordt opgevoerd. Die stilte in onze uiterlijke woorden reflecteert zich in een woordenbrij van gedachtes binnen ons. En ik weet zeker dat jij zo je gedachten had over dat wat er gebeurde. Met jezelf. Met mam. Met Alex. Met mij. Met ons als familie.
Ik focus me het liefst op de laatste tien jaar van ons leven. Een decennium waarin er veel is gebeurd. Waarin comfortzones soms vrijwillig, maar meestal noodgedwongen werden uitgerekt. Met een gestage verslechtering van ons beider gezondheid, maar tegelijkertijd een sterker determinatie om er het maximale uit het halen. Met het kopen van ons vakantiehuis in Frankrijk en in 2008 het verhuizen vanuit Heemskerk naar België. Ik hoor je nog steeds vertwijfeld mopperen dat je niet wilde weggaan. Maar toen je er eenmaal was geweest en je had gesetteld, toen bleek het eigenlijk toch wel erg fijn te zijn. Die angst om het bekende los te laten en een stap in het onbekende te zetten heb ik ook. Bijna elke dag, wanneer ik uitgedaagd word om nieuwe stapjes te zetten in het onbekende. Soms plezierige stapjes, soms onprettige stapjes.
Vanaf mijn 13e was je bijna alle dagen thuis. Je had een lange periode van werken achter je gelaten en het werd tijd om te genieten van je welverdiende pensioen. Dat betekende dat je er feitelijk voor me kon zijn, en niet alleen die meneer was die na een lange dag werken thuis kwam en in stilte van zijn eten wilde genieten.
Die periode was voor mij het meest uitdagende. Want je was, en bent altijd ook geweest, een spiegel voor mij. Dat wat er bij jou gebeurde, gebeurde ook bij mij, en dat wat er bij mij gebeurde, gebeurde ook bij jou. En wanneer je op zo’n manier geconfronteerd wordt met je eigen gedrag, dan wil dat nog wel eens botsen. Toen had ik niet de tools in handen om daar adequaat mee om te gaan; later gelukkig wel.
Ik heb jou ooit eens na een training als een Analyzer gecategoriseerd. Een persoon die graag veel feiten wilde hebben voordat hij een keus kon maken. Analyzers leven dan ook meer met hun rationele mind dan met hun emotionele deel, en dat paste je goed. En net als ik, was je een peoplepleaser, iemand die graag iets wilde doen om anderen bij te staan, ze een goed gevoel te kunnen geven en een reikende hand te bieden. Wat binnen je machten lag, dat deed je.
Jarenlang heb ik de erfenis van jouw gevoelens bij me gedragen. Gevoelens die jij had opgedaan in jouw kindertijd en die je me meegaf toen ik opgroeide. Strategieën die voor jou hadden gewerkt toen je ze nodig had, maar op een gegeven moment hun houdbaarheidsdatum voorbij gingen. Toen ik daar bij mijzelf achter kwam kon ik dat ook veranderen. En dat deed ik gelukkig ook; door middel van trainingen, cursussen en workshops. Hoewel je daar niet veel voor voelde, merkte ik in de loop der jaren dat ook jij hier profijt van had, mijngedrag veranderde, en daarmee veranderde ook jouw gedrag. Als een groter geheel, waarin de verschillende delen van het systeem elkaar beïnvloeden.
Ik lijk op je pa. We hebben dezelfde struggels gehad en we hielden elkaar een enorme spiegel voor. Eerst een spiegel die voornamelijk de fouten in elkaar benadrukte; later een spiegel om elkaar te laten zien wat een fantastische en waardevolle mensen we zijn. het is denk ik door die spiegel dat we elkaar weer als vrienden gevonden hebben. Oude kameraden.
Van die vriendschap hoef en wil ik geen afstand te nemen. Want ik weet dat jij er bent. In mij. Als de innerlijke reflecterende spiegel die je altijd was.
Dank je pa.
Respect..!!
Prachtig stukje schrijven.
Ik kan dit 100 keer lezen en iedere keer genieten van de liefde die je erin hebt genesteld 🙂
Ontroerend, schat!
Hug van Mam