Vervolg op ‘Welke vraag stel jij jezelf?’
Als het gaat om doelen stellen of om het realiseren van je dromen, dan is een van de eerste stappen, je afvragen wat je wilt bereiken. Toch is dit niet een van de makkelijkste dingen, ook al lijkt het erg simpel.
Tijdens mijn IN ZICHT workshop vroeg ik mijn deelnemers een lijstje te maken van doelen die ze wilden bereiken, en na ongeveer tien minuten waren de meesten van hen op nog minder dan de helft. Wat was het dat er in hun hoofd omging? Kan het zijn dat sommigen simpelweg niet weten wat ze willen? Of kan het iets anders zijn?
Uiteraard wil ik niet voorbij gaan aan de mogelijkheid dat je soms niet weet wat je wilt, zeker op die momenten dat het puntje bij paaltje komt en iemand je vraagt wat je wilt. Een globaal of vaag antwoord is dan soms het beste wat uit je mond komt, maar als die ander dan doorvraagt wat het precies is wat je wilt hebben, dan wordt het wellicht lastiger en merk je dat je meer tijd nodig hebt om de bedenken wat het precies is wat je wilt of waar je van droomt.
Hoewel dit een veelvoorkomende gebeurtenis kan zijn, wil ik toch graag een laag dieper gaan. Wat nou, dat wanneer je bedacht hebt wat je wilt, zelfs tot in detail, maar je merkt dat er iets is dat je afremt om daartoe te komen. Wat is dat dan? Wat is het wat je tegenhoudt?
Hoe we de wereld ervaren is volledig terug te brengen op de overtuigingen die we hebben ten aanzien van de wereld. Wanneer ik denk dat de wereld slecht, gevaarlijk en gewelddadig is, dan vind ik ook genoeg argumenten om die mening te onderbouwen. Ik hoef alleen maar de televisie aan te zetten om de oorlogen, misdaden en crises te zien. Maar als ik de wereld als een mooie plek zie, waar mensen gastvrij, vriendelijk en open naar elkaar zijn, dan vind ik ook daarvoor genoeg dingen om die overtuiging te onderbouwen. Wat ook je standpunt is ten aanzien van iets, je zult hoogstwaarschijnlijk iets vinden dat die mening of overtuiging versterkt. De vraag is echter, helpt het je? Wordt je er een beter mens van? Gelukkiger, enthousiaster of succesvoller? Of werkt het misschien toch meer in je nadeel?
In een van de vele audioboeken die ik de afgelopen tijd heb geluisterd wordt deze stelling nog eens verduidelijkt met een voorbeeld. Stel je eens voor dat jouw vijand naar je toe komt en suiker in je koffie doet. Wat krijg je dan? Logischerwijs is het antwoord ‘zoete koffie’. Maar wat nou als je beste vriend naar je toe komt en ook maar 1 druppeltje gif in je koffie doet, wat dan? Het antwoord is ‘dan ben ik dood’.
Hoe goed anderen soms ook hun mening, advies of raad aan je geven, met de beste bedoelingen, wees je er altijd bewust van wat jouw mind binnenkomt. Want slechts 1 druppeltje kan je verlammem. Hoe meer negatieve gedachtes je binnenlaat, hoe moeilijker het wordt om nog met een open vizier positief in de wereld te staan.
En als je dan al zo ver bent gekomen om een doel te stellen, welke overtuigingen hou je dan in stand om dat doel daadwerkelijk te behalen? Geloof je in jezelf? Genoeg om door te zetten, ook als het moeilijk(er) wordt? Of komt één van je oude overtuigingen naar boven, die je uiteindelijk overhaalt om NIET door te zetten. ‘Omdat het te moeilijk is’ of ‘omdat het te veel geld kost’. Of ‘te veel tijd’.
Deze overtuigingen zijn de basis van je gedrag. En als je merkt dat je op zo’n moment een beperkende overtuiging hebt, wat doe je dan?
De kunst is het stellen van vragen. Vragen stellen doen we altijd. Vrijwel de hele dag door. Onze interne gedachtegang is er een van continue vraag en antwoord, alleen gaat dat zo snel dat we nauwelijks nog door hebben dat het vragen zijn.
Welke vragen we stellen, hangt af van hoe we onze mind geprogrammeerd hebben. Met name bij het stellen van doelen stellen we ons vaak de vraag ‘Wat moet ik doen om … te krijgen?’ Die vraag komt voor uit een verlangen om (meer) pijn te vermijden of om plezier te vergroten. Maar nadat we vastgesteld hennen wat we willen bereiken, komen we binnen afzienbare tijd al tot een obstakel wat ons er van weerhoudt om dat gestelde doel te bereiken. Ook hier stel je jezelf weer een vraag. En dat gaat vaak als volgt: ‘Waarom lukt het me nou niet om … te bereiken?’ of Waarom heb ik ook altijd pech als het op … aankomt?’
Dit soort vragen zijn allesbehalve supportive. Ze helpen je in geen enkele positieve of constructieve manier. Wat ze wel doen is je voorzien van een antwoord. Ze geven je mind of je ego de gelegenheid om die vraag te beantwoorden. Want dat ik nu eenmaal de taak van je mind. Stel een vraag en hij geeft je antwoord. Op een beperkende overtuigingsvraag krijg je alleen ook een beperkend of niet ondersteunend antwoord. Dus als je je afvraagt ‘waarom jij nou ook altijd pech hebt’, dan geeft je mind wellicht het antwoord ‘Omdat je een idioot bent!’.
De vraag die je jezelf wel wilt stellen is een vraag in de trant van ‘Wat kan ik doen om dit probleem op te lossen? Of ‘Hoe kan ik mijn doel op een effectieve manier bereiken?’ Op deze manier zoekt je mind naar een manier om je van een antwoord te voorzien.
Dat wil overigens lang niet altijd zeggen dat je in één keer het perfecte antwoord zult krijgen, maar door het stellen van dit soort vragen denk je buiten de welbekende box. Je creatieve proces wordt veel meer aangezwengeld dan wanneer je een vraag stelt met ‘Waarom lukt het me nou niet?’ Zorg er dus voor dat je een positief constructieve vraag stelt.
De volgende keer dat je dus voor een uitdaging staat, en je merkt dat je jezelf een beperkende vraag stelt, stop jezelf dan en verander de vraagstelling naar een die positief is. Wat kan ik doen om deze uitdaging aan te pakken? Hoe kom ik tot een succesvol resultaat?
Op jouw succes,
Robert