Grenzen aangeven is lang niet altijd gemakkelijk. Er zijn tal van redenen te noemen waarom je vaak toch ‘ja’ zegt, terwijl je liever ‘nee’ had willen zeggen. Vaak genoeg gaan we over onze eigen grenzen heen door toch maar een verzoek te honoreren, ook al gaat dat ten koste van jezelf. En als je dan toch een keer je grens aangeeft, dan is dat vaak op een manier waarbij dat zorgt voor een slecht gevoel bij de ander, jezelf of beiden.
Leren om ‘nee’ te zeggen tegen anderen is een vaardigheid die, tot nog toe, niet op school werd geleerd. En om die reden is het voor veel mensen niet gemakkelijk om bij jezelf te blijven, je eigen ruimte in te nemen en je grens aan te geven. Meestal laten we de interne druk zover oplopen door alsmaar ‘ja’ te zeggen, terwijl we liever ‘nee’ hadden willen zeggen, dat tegen de tijd dat je je grens eindelijk aangeeft, het veelal op explosieve, harde, en zelfs onbeschofte manier naar buiten komt – terwijl je dat waarschijnlijk helemaal niet zo bedoeld had in eerste instantie.
Hoe zorg je er dan voor dat je toch je grens aangeeft op een manier die goed voor jou en de ander voelt?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moeten we eerst de ‘Waarom-vraag’ beantwoorden: waarom zeg je ‘ja’, terwijl je liever ‘nee’ had willen zeggen?
Er zijn tal van redenen te noemen waarom we ‘ja’ zeggen, terwijl we in gedachten een duidelijke ‘nee’ zien, horen en voelen. Deze redenen zijn uiteenlopend, en hangen af van onder meer cultuur, leeftijd, omgeving, en natuurlijk de mensen met wie je te maken hebt.
Toch zijn er een viertal redenen die in de basis te vinden zijn die verklaring geven waarom we geneigd zijn om onze eigen grenzen op te rekken en toch nog maar een keer ‘ja’ te zeggen.
De eerste is omdat we niet onbeleefd willen overkomen. Soms lijkt het onbeleefd om, afhankelijk van je cultuur,  ‘nee’ te zeggen – zeker tegen ouderen. Door de grens die je vanbinnen voelt niet aan te geven, en er overheen te gaan, is de gedachte dat je tenminste niet onbeleefd tegen anderen bent, maar juist te allen tijde van dienst kunt en wilt zijn.
De tweede reden waarom we het moeilijk vinden om ‘nee’ te zeggen, is omdat we bang zijn dat het onze relatie met de ander kan schaden. Of het nu om een goede vriend gaat, je partner, of een collega met wie je graag samenwerkt; in je achterhoofd hoor je dat stemmetje dat je vertelt dat je maar beter ‘ja’ kunt zeggen, omdat het anders jullie contact zal verslechteren.
De derde reden om toch ‘ja’ te zeggen, wanneer je ‘nee’ bedoelt, is omdat angst een grote factor speelt. In het Engels noemen ze dit FOMO, of Fear Of Missing Out. De angst dat we een kans laten schieten die misschien maar één keer voorbijkomt, creëert een gevoel van urgentie en voelt dusdanig belangrijk, dat de ‘ja’ er al uit is, voordat de overweging goed en wel is gemaakt. Angst kan dan wel een goede informateur zijn; het blijft toch een slechte raadgever.  De angst om iets te missen heeft vaak een ‘Wat-als’ scenario als oorzaak: wat als dit een geweldige kans is? Wat als ik nee zeg, en het blijkt achteraf een enorme schot in de roos te zijn geweest?
De vierde reden waarom de ‘ja’ er eerder uit is dan de ‘nee’ is omdat we ons niet schuldig willen voelen. Vaal genoeg zeg je ‘nee’ en voel je je achteraf schuldig dat je ‘nee’ hebt gezegd. Of je zegt ‘nee’ in eerste instantie, maar kan de beslissing toch niet loslaten, omdat je je schuldig voelt over jouw grens. Je belt de ander op, en zegt dat je terugkomt op je beslissing, waarmee je jouw ‘nee’ alsnog verruilt voor een ‘ja’, terwijl dit toch over jouw eigen grens heen gaat.
Wat was voor jou de reden dat je de laatste keer ‘ja’ zei maar ‘nee’ wilde zeggen? Deel dit hieronder in het commentaarveld.
Hoe zorg je dan toch dat je je grens kunt aangeven, terwijl je een goed gevoel houdt over jouw ‘nee’?
De eerste stap is om eerlijk te blijven. Eerlijk naar jezelf, over jouw gevoel, jouw keuze. Onthoud hierin ook dat de manier waarop je met een ander communiceert voor meer dan 90% uit non-verbale communicatie bestaat. Ook al zeg je ‘ja’ met je woorden, je lichaam en de manier waarop je jouw antwoord geeft, laat vaak genoeg zien dat je eigenlijk ‘nee’ bedoelt.
In dat kader is het veel effectiever om te zeggen wat je bedoelt, en te bedoelen wat je zegt. Zeg niet ‘misschien later’ als je van tevoren al weet dat je antwoord ‘nee’ is – op die manier verspil je niet jouw eigen tijd alsook dat van de ander.
De tweede stap is om concreet en bondig te zijn. Wat ik hiermee bedoel is dat we vaak genoeg in de valkuil vallen van te veel willen uitleggen waarom het je niet lukt, met het risico dat je jezelf in een hoek praat waar je niet meer uit kunt komen. Zeg nee, geef je werkelijk reden en houd het bij die reden.
De derde reden is om toe te lichten waarom je een ‘nee’ als antwoord geeft. Door een reden te geven, geef je uitleg waarom je iets niet wilt doen of kunt doen.
Een goed voorbeeld is: Ik kan dit niet doen, omdat ik andere taken te doen heb die mijn tijd en aandacht vragen. Of: nu is niet een goed moment, omdat ik andere prioriteiten heb.
Door bij jezelf te blijven, jouw eigen grenzen te respecteren en niet overal ‘ja’ op te zeggen, blijf je gemotiveerd, krijg je op termijn zelfs meer respect omdat je je grens aan hebt gegeven en creëer je voor jezelf meer eigenwaarde.
Het kan in het begin onwennig aanvoelen, omdat je het mogelijk niet gewend bent om te doen. Ik nodig je hierin uit om de vaardigheid van het aangeven van je grens te blijven oefenen – oefening is immers het fundament van elke vaardigheid.
Op jouw succes,
Robert.
PS: Deel dit artikel door op de sociale mediaknoppen hieronder te klikken, zodat jouw vrienden ook kunnen profiteren van deze informatie.