Advies: lees dit artikel minstens twee keer.
Soms zitten grote veranderingen in een klein hoekje. Routineprocessen die onder- of doorbroken worden door een anomalie in de realiteitsstof van het dagelijks leven en zorgen voor een verfrissende nieuwe blik op de zin van het leven. Soms presenteert zo’n ‘afwijking’ zich in de vorm van een gebeurtenis, soms in de vorm van een persoon, die op de juiste tijd op de juiste plek is en de juiste woorden zegt of daden doet om de grond even onder je voeten weg te slaan, je mee te nemen naar een universum waar je gewichtsloos lijkt te verdrinken in de soep van on(be)grijpbare gedachten die als een denderende locomotief in sneltreinvaart langs je heen vliegen.
Afgelopen weekend had ik een vriendin uit Hongarije op bezoek. Een lieve, veelzijdige vrouw die naast haar werk als financieel jurist voor een bank in haar vrije tijd een groot deel van haar tijd besteed aan haar passie: improvisation contact dance: een dansvorm waarbij intuïtie, contact (met jezelf, je gevoel en de ander) en flow een belangrijke rol spelen.
Ik had de eer om zowel mijn zaterdag alsook mijn zondag met haar door te brengen, waarbij ik het natuurlijk niet achterwege kon laten om met haar deze contact dance te doen. Wat me opviel, was dat ik dacht dat ik redelijk flexibel in mijn lijf was. Maar het tegendeel bleek waarheid te zijn: als een roestige oude spijker die de eveneens roestige scharnieren van armen, benen en andere beweegbare delen van het menselijk lichaam bij elkaar houdt beweeg ik eerder als een jaren ’80 disco-danser die ‘the robot’ doet, dan een op waterbasis gecreerd slangenmens dat zich zonder enig probleem in alle houdingen manoeuvreert – mijn danspartner.
Ik voel me oud in mijn lijf en het gevaar dat om de hoek stond toe te kijken slaat toe: rationalisatie. Een techniek die ik absoluut meester ben, voornamelijk omdat het mijn beste en meest gebruikte tool is in mijn fysieke gereedschapskist. Rationalisatie resulteert erin dat je niet meer voelt. De aandacht van de zintuigen verdwijnt als water van het strand tijdens eb bij een volle maan, en logica, de zwevende, observerende alien in zijn futuristische vliegende schotel boven het water neemt de leiding over.
Het gebeurt me een aantal keer dat ik mezelf verlies in rationalisatie, hetgeen onze improvisatiedans doet stagneren. Mijn eerste automatische reactie – “Sorry” – wordt vriendelijk doch direct de kop ingedrukt en we pikken de draad weer op als muziekstuk op een grammofoonplaat die met zijn gevoelige naald de ruis van een dwarsliggend stofje heeft overwonnen.
Ik leer om weer contact te maken met mijn lijf, te voelen, en mijn ratio als een fade-outknop op een mengpaneel naar de achtergrond te schuiven. De dans is heerlijk, ik geniet en ik voel het leven!
Mijn Hongaarse vriendin is een professional en hoewel haar Engels niet exceptioneel goed is, verstaat ze de woordeloze taal van de dans als geen ander. Een echt gevoelsmens.
Van de drie generale typeringen – visueel, auditief en kinesthetisch – heb ik altijd het visuele het makkelijkst gevonden, ook in de afgelopen tien jaar waarin ik mijn slechtziendheid noodgedwongen full-time ben gaan gebruiken. Mijn taalgebruik, mijn zintuigelijke dominantie, allen zijn ze gericht op het visuele. ‘Wat je ziet kun je beschrijven, en wat je kunt beschrijven kun je begrijpen. De ijzeren greep van de ratio wordt met deze laatste zin nog eens overduidelijk naar de oppervlakte getrokken.
Logisch verklaarbaar kan ik zeggen dat de Hongaarse een gevoelsmens is. Kinesthetisch. Niet alleen in haar dansen, maar ook in haar persoonlijkheid. Wanneer ze praat legt ze even haar hand op mijn knie of strijkt haar palm over mijn schouder als ze van de bank opstaat om zichzelf nog een kop koffie in te schenken in mijn keuken.
Deze geïntegreerde manier van contact maken is als een warm bad voor me waarin ik mezelf rustig mag laten zakken en onderdompelen, langzaam wennend aan de nog ietwat verrassende temperatuur. Ik ben altijd al wel iemand geweest die het heerlijk vindt om op deze manier contact te maken, hoewel ik in de loop der jaren steeds minder in mijn lijf ben gaan zitten en steeds meer in mijn hoofd; de ogenschijnlijk veilige manier van leven.
Ook de volgende ochtend staat in het teken van meer lichaamswerk: acrobatic yoga. Ik had al wel wat foto’s gezien van haar waarin ze bijzondere manoeuvres uithaalde, maar nog nooit ben ik daar zelf deelgenoot van geweest. Gek genoeg (of misschien helemaal niet gek) voelde ik genoeg vertrouwen om me hierin aan haar over te geven. Als een houten ton op de flippers van een zeehond werd ik gedragen door haar benen en ervaarde ik de magie van het vliegen op de grond.
Het zijn de kleine veranderingen in het geroutineerde, gesystematiseerde leven van alledag die ervoor zorgen dat we de wereld op nieuwe manieren gaan zien. Door van het geijkte pad af te wijken, wat vaak omschreven kan worden als de vierbaans snelweg waar velen van ons overheen razen om zo snel mogelijk van A naar B te komen, en de soms wat voor de toeristen weggelegde B-weggetjes of pittoreske schildersroutes te kiezen, verbreden we ons spectrum van levenservaringen en groeien we in de hoedanigheid als ontwikkeld mens.
Voor mij betekende dat de veilige haven van het rationele vaarwel zeggen en mijn ondergeschoven kindje ‘emotie’ te omarmen; alle onwennigheden, opborrelende gevoelens en ongemakkelijkheden meegenomen. Een ontluiking van een verborgen schat die ik binnen mezelf begraven had, mogelijk uit angst voor kaping, roof of verlies. De ironie is, dat juist door het naar achter schuiven van dat wat ik voelde, het daadwerkelijke voelen hierdoor ook afnam; als een verhongering van een obesitas meneer in een sapkuurkliniek. Emotie, evenals ratio, zelfrespect, eigenwaarde en motivatie is als een spier die dagelijks getraind moet worden om krachtig te blijven functioneren zonder blessures.
Een stap uit de comfortzone, een sprong in het diepe, en soms een blik in de bloeddoorlopen ogen van een furieuze stier die jou als rood bieflapje in zijn vizier heeft en in volle vaart recht op je afstevent. De theoretische natuurkundige Sheldon Cooper, een personage uit de televisieserie The Big Bang Theory deelt zijn mening over de comfortzone op een manier die voor ons allemaal wel een keer van toepassing is: “Ze noemen het niet voor niets een comfortzone.”
Hoewel in contact staan met wat je voelt inhoudt dat je je kwetsbaar op durft te stellen, kan ik, als een Alzheimerpatiënt met een deja-vucomplex zeggen dat deze verbinding me veel meer oplevert dan het fysieke meta-modelonderdeel van weglating van mijn ‘gevoel’ in het alledaagse leven (wat overigens een rationalisatie en tevens een nominalisatie van het werkwoord voelen is).
De evolutie van de mens lijkt gepaard te gaan met het verdwijnen van de verbinding met dat wat je voelt en het uitvergroten en benadrukken van dat wat je denkt. Maar persoonlijke evolutie anno 2011 houdt juist in dat we ook meer in contact staan met dat wat we voelen, of het nu intuïtie is of enkel erkenning geven aan de signalen die afgegeven worden door ons lichaam: gevoelens.
Op ons succes,
Robert
Makes you wonder what we’re all capable of 🙂
Mooi stukje geschreven!
@mam: dank je. Het was ook een heerlijke ervaring!
@Jorgen: tja, ik streef ernaar om uit mijn comfortzone te komen mijn comfortzone te maken 😀
@Sandra: Let’s do it!
Wat een genot om te lezen en heel herkenbaar. Ik zit ook erg in mijn hoofd, wellicht een keer contactdansen?
`Hug
Sandra
He Robsel,
Mooi stuk, en zo te lezen een geweldige ervaring rijker, die kan je weer meenemen in je bagage van the university of life 🙂
En nu snel een anker zetten om de brug tussen gevoel en mind te activeren wanneer deze teveel naar mind begint door te slaan.
Comfortzone? Wat is dat?
Fantastisch!!
Wat een bijzondere ervaring moet dat geweest zijn……
Liefs van mam